Overwinning Offshore triathlon Blankenberge
Mijn eerste triathlonoverwinning is sinds gisteren een feit! De verzamelde wereldtop was spijtig genoeg verhinderd, maar kom een overwinning is een overwinning. Volgens enkele lokale toeschouwers ben ik gisteren zelf wereldkampioen geworden!
Toeschouwer 1: "Oei, er is hier precies iets te doen vandaag!"
Toeschouwer 2: " Zeker een weireldkampioenschap van etwa."
Dus in de ogen van de Blankenbergse fans ben ik "Weireldkampioen van etwa 2007"!
Afgaande op de deelnemerslijst was ik gisteren naar Blankenberge getrokken om mijn Poker-reeks te vervolledigen (1-2-3-4-5-6). Enkel de overwinning telde dus vandaag. Enige nervositeit was toch merkbaar bij het aanschouwen van de Noordzee waarin 1000m moest afgelegd worden. In het zwembad van Oostende had ik wel al eens een training afgewerkt en wist dus wat zwemmen in zout water was. Maar naar Oceade en Aqualibi was ik de laatste tijd niet meer geweest om te oefenen in een golfslagbad. Na een korte briefing van de hoofdredder over golven, eb- vloedstromen en hoe we noodsignalen moesten uitsturen, konden we naar het water sprinten. Het waterniveau bleef vrij lang op kniehoogte. Nog niet diep genoeg om te zwemmen, maar wel al te diep om vlot te kunnen lopen. Een paar sprongen later dook iedereen dan toch met z'n hoofd naar beneden het weide sop in. De eerste kennismaking met de golven was een feit. Na een aantal slagen voelde ik plots terug zand aan mijn handen en zag zowel mensen rondom mij zwemmen als lopen. Ik dus ook recht en terug een stukje lopen. Een aantal meter verder konden we dan eindelijk echt beginnen zwemmen. Golven, stromingen, zout water maakten alles wat moeilijker om een vlot tempo te kunnen onderhouden, laat staan om je op een deftige manier te kunnen oriënteren. Ondanks meermaals gevloek onder water en ettelijke verwensingen op de imaginaire boten die passeerden kon ik toch als vijfde voet op het strand zetten. Ik had tegen Marieke gezegd dat ik wel een kaartje ging sturen uit Engeland, maar 1000m (officieel) leken mij toch al ver genoeg.
Op weg naar de wisselzone (bergop door het mulle zand) passerde ik nog een atleet en zo kon ik als vierde aan de fietsproef beginnen. Aangezien het voor de organistatie waarschijnlijk onmogelijk is om in volle zomerseizoen een stuk van Balnkenberge verkeersvrij te maken, hadden wij 7' tijd om ons naar het fietsparcours te begeven iets buiten het centrum. Halverwege de eerste van de vier af te leggen ronden reden we al met vier man op kop. Ik voelde reeds snel dat ik het meeste power in de benen had. Met één versnelling wou ik samen met één van mijn kompanen een bres slaan. Die versnellling hielden we voor het ingaan van de laatste ronde. Na een bocht trokkken met z'n tweeën stevig door en konden we zo nog een gaatje slaan. Na de fietsproef herhaalde zich dezelfde procedure als voor het fietsen.
Als eerste kon ik zo mijn loopsloffen aantrekken en door het mulle zand op zoek gaan naar mijn eerste triatlonoverwinning. Op het harde zand moesten we tweemaal op en af lopen tussen de twee pieren in Blankenberge. Bij de keerpunten kon ik zeer goed mijn voorsprong inschatten. Een atleet van WTT, Wim Neyt, liep in tweede stelling. Het gat was niet zo groot maar ik zorgde ervoor dat ik zeker niet ging vertragen. Na de eerste ronde wist ik mijn voorsprong ongeveer stabiel te houden en zo kon ik de tweede ronde min of meer controlerend uitlopen. Nog even terug het mulle zand naar boven en dan kon ik als eerste door het geïmproviseerde finishlint lopen.
Toeschouwer 1: "Oei, er is hier precies iets te doen vandaag!"
Toeschouwer 2: " Zeker een weireldkampioenschap van etwa."
Dus in de ogen van de Blankenbergse fans ben ik "Weireldkampioen van etwa 2007"!
Afgaande op de deelnemerslijst was ik gisteren naar Blankenberge getrokken om mijn Poker-reeks te vervolledigen (1-2-3-4-5-6). Enkel de overwinning telde dus vandaag. Enige nervositeit was toch merkbaar bij het aanschouwen van de Noordzee waarin 1000m moest afgelegd worden. In het zwembad van Oostende had ik wel al eens een training afgewerkt en wist dus wat zwemmen in zout water was. Maar naar Oceade en Aqualibi was ik de laatste tijd niet meer geweest om te oefenen in een golfslagbad. Na een korte briefing van de hoofdredder over golven, eb- vloedstromen en hoe we noodsignalen moesten uitsturen, konden we naar het water sprinten. Het waterniveau bleef vrij lang op kniehoogte. Nog niet diep genoeg om te zwemmen, maar wel al te diep om vlot te kunnen lopen. Een paar sprongen later dook iedereen dan toch met z'n hoofd naar beneden het weide sop in. De eerste kennismaking met de golven was een feit. Na een aantal slagen voelde ik plots terug zand aan mijn handen en zag zowel mensen rondom mij zwemmen als lopen. Ik dus ook recht en terug een stukje lopen. Een aantal meter verder konden we dan eindelijk echt beginnen zwemmen. Golven, stromingen, zout water maakten alles wat moeilijker om een vlot tempo te kunnen onderhouden, laat staan om je op een deftige manier te kunnen oriënteren. Ondanks meermaals gevloek onder water en ettelijke verwensingen op de imaginaire boten die passeerden kon ik toch als vijfde voet op het strand zetten. Ik had tegen Marieke gezegd dat ik wel een kaartje ging sturen uit Engeland, maar 1000m (officieel) leken mij toch al ver genoeg.
Op weg naar de wisselzone (bergop door het mulle zand) passerde ik nog een atleet en zo kon ik als vierde aan de fietsproef beginnen. Aangezien het voor de organistatie waarschijnlijk onmogelijk is om in volle zomerseizoen een stuk van Balnkenberge verkeersvrij te maken, hadden wij 7' tijd om ons naar het fietsparcours te begeven iets buiten het centrum. Halverwege de eerste van de vier af te leggen ronden reden we al met vier man op kop. Ik voelde reeds snel dat ik het meeste power in de benen had. Met één versnelling wou ik samen met één van mijn kompanen een bres slaan. Die versnellling hielden we voor het ingaan van de laatste ronde. Na een bocht trokkken met z'n tweeën stevig door en konden we zo nog een gaatje slaan. Na de fietsproef herhaalde zich dezelfde procedure als voor het fietsen.
Als eerste kon ik zo mijn loopsloffen aantrekken en door het mulle zand op zoek gaan naar mijn eerste triatlonoverwinning. Op het harde zand moesten we tweemaal op en af lopen tussen de twee pieren in Blankenberge. Bij de keerpunten kon ik zeer goed mijn voorsprong inschatten. Een atleet van WTT, Wim Neyt, liep in tweede stelling. Het gat was niet zo groot maar ik zorgde ervoor dat ik zeker niet ging vertragen. Na de eerste ronde wist ik mijn voorsprong ongeveer stabiel te houden en zo kon ik de tweede ronde min of meer controlerend uitlopen. Nog even terug het mulle zand naar boven en dan kon ik als eerste door het geïmproviseerde finishlint lopen.